Nafstad, P. et. al. (2002)
The use of a feather quilt, childhood asthma and allergic rhinitis: a prospective cohort study.
Nafstad P, Nystad W, Jaakkola JJ.
Clin Exp Allergy. 2002 Aug;32(8):1150-4.
Achtergrond:
Aan veren kussens en dekbedden kleeft al lang het negatieve imago dat ze een potentiële allergiebron vormen. Als gevolg daarvan werd personen met een allergierisico steeds aangeraden om beddengoed van veren en dons te mijden. Nieuwe onderzoeken tonen echter aan dat juist synthetisch beddengoed hogere concentraties van bepaalde allergenen bevatten in vergelijking met veren kussens. Met dit gegeven op de achtergrond is de wetenschappelijke basis voor het advies van synthetisch beddengoed veeleer zwak.
Onderzoeksontwerp:
In het onderhavige groepsonderzoek bij 3754 kinderen in Oslo werd de correlatie onderzocht van bedden met veren en dons in vergelijking met het gebruik van synthetische of andere vulmaterialen aan de hand van de symptomen voor bronchiale obstructie, astma en allergische rhinitis in de levensfase van de geboorte tot het 4e levensjaar. Na 6, 12, 18 en 24 maanden en na 4 jaar werden de ouders aan de hand van vragenformulieren ondervraagd over het gebruik van veren dekbedden t.o.v. ander beddengoed.
Resultaten:
Het risico om bronchiale obstructies in de eerste twee levensjaren, alsmede astma en allergische rhinitis tot de leeftijd van 4 jaar te ontwikkelen, was in de groep met gebruikers van veren bedden kleiner dan bij gebruikers van ander beddengoed. Het risico voor de genoemde symptomen was het laagst bij de kinderen die in de eerste twee jaren uitsluitend sliepen in veren en dons. Op de tweede plaats stond de symptoomscore bij kinderen waarbij ten minste een tijdlang een veren dekbed was gebruikt. Het risico was het hoogst bij degenen die steeds in bedden zonder veren en dons hadden geslapen.
Conclusie: het risico van bronchiale obstructies, astma en allergische rhinitis wordt op negatieve wijze geassocieerd met het gebruik van beddengoed van veren en dons in de eerste levensjaren.
Betekenis:
De studie is bijzonder interessant, omdat een grote groep (3754 kinderen) gedurende een langere periode zijn onderzocht. Verder werd aanvullende informatie bij de ouders ingewonnen: leefgewoonten van de ouders (atopiestatus, rookgewoonten), leeftijd van de moeder bij de geboorte, zoogtijd en het leefmilieu (sociale status, inkomen) van de ouders.
Het resultaat ondersteunt de thesis dat veren en dons-bedden een gezond slaapcomfort bieden en niet verantwoordelijk kunnen worden gesteld voor de ontwikkeling van allergieën en astma op de kinderleeftijd.