Wellington Asthma Research Group (1996)

Übersetzung des Gutachtens “House dust mite allergen in pillows“ der Wellington Asthma Research Group, Wellington School of Medicine, New Zealand:

"Huisstofmijtallergenen in hoofdkussen"

T.J. Kemp, R.W. Siebers, D. Fishwick, G.B. O'Grady, P. Fitzharris, J. Crane

Al vele jaren wordt patiënten die aan astma lijden verteld dat ze het gebruik van veren kussens in bed moeten vermijden, hoewel er geen bewijzen zijn om deze bewering te ondersteunen. Het controleonderzoek van Strachan en Carey is het eerste onderzoek dat deze bewering direct in twijfel trekt. Dit onderzoek toont aan dat, nadat bij astmapatiënten het beddengoed vanwege hun ziekte vervangen is, kussens met synthetische vullingen een risicofactor vormen voor patiënten met zware astma. Met het oog op deze bevindingen hebben wij kussens met synthetische en verenvulling onderzocht op hun gehalte aan Der p1, het belangrijkste allergeen van de huisstofmijt dermatophagoides pteronyssinus.
 
Methodiek en resultaten

In december 1995 hebben wij stofmonster van negen paar kussens genomen en deze op Der p1 onderzocht. Elk paar bestond uit een kussen gevuld met veren en een kussen gevuld met polyestervezels; deze kussens bevonden zich gezamenlijk gedurende langer dan zes maanden op hetzelfde bed van een volwassen persoon, waarmee werd gegarandeerd dat de omgevingsinvloeden van het kussenpaar gelijk waren. De kussenvullingen werden omgeven door een nauw geweven katoenen stof. Bij twee personen in ons onderzoek lag het polyestervezelkussen boven, bij vier personen lag het veren kussen boven en bij drie personen was het onverschillig welk kussen bovenop lag. Met een extra apparaat namen wij stofmonsters met een draagbare stofzuiger van het merk Hitachi CV-2500. Elk kussen werd 3 minuten aan elke zijde gezogen, in totaal 6 minuten per kussen. Wij hebben het stof door een zeef geleid om pluizen en grotere deeltjes te verwijderen, en hebben het overgebleven fijne stof gewogen. Vervolgens werd dit stof onderzocht op Der p1 aan de hand van een ELISA-test voor het bepalen van monoklonale antilichamen. De variatiecoëfficiënt tussen de batches was < 15% in ons laboratorium.

De hoeveelheid Der p1 wordt gewoonlijk aangeduid als micro g Der p1/g per gram fijnstof. Men kan ervan uitgaan dat de totale waarde voor Der p1 de belangrijkste meetwaarde is voor kussens die meerdere uren onafgebroken contact met het hoofd hebben gemaakt. Wij hebben daarom de totale hoeveelheid Der p1 en µg/g Der p1/g fijnstof per kussen gemeten. Wij hebben de resultaten met tweezijdige student t-tests na gegevensconversie (met behulp van een logaritme??) geanalyseerd.

Er was geen significant verschil tussen de totale hoeveelheden fijnstof uit met polyester gevulde kussens (gemiddeld gewicht 0,065 g [95% betrouwbaarheidsgebied 0,021 g tot 0,108 g]) en met veren gevulde kussens (0,60 g [0,26 g tot 0,145 g]). Tabel 1 toont het geometrische midden van het totaalgewicht van Der p1 en Der p1/g fijnstof. De parenanalyse liet zien dat de met polyester gevulde kussens significant meer Der p1 per totaalgewicht bevatten (verhouding 8,05 [95% betrouwbaarheidsgebied 1,69 tot 38,2], P = 0,015) en significant hogere µg/g Der p1/g fijnstof (verhouding 3,57 [1,13 tot 11,27] P = 0,34) dan de met veren gevulde kussens.
 

Tafel 1
Geometrisch midden van totaal- en relatief gewicht van het huisstofmijtallergeen Der p1 in fijnstof afkomstig uit kussens met synthetische en met veren vullingen.
 Kussenvulling 
 SynthetischVerenVerhouding (95 % betrouwbaarheidsgebied) ) van het gewicht (synthetisch : veren)
Gewicht van de Der p1;
totaalgewicht (µg)

1,01

0,13

8,05 (1,69 - 36,2)

Relatief gewicht
(µg/g fijnstof)

22,28

6,24

3,57 (1,13 - 11,27)


Discussie

In Nieuw-Zeeland heeft 81% van de patiënten die aan zware astma lijdt, een positieve priktest (huidpriktest) bij het huisstofmijtallergeen en het contact met het mijtenallergeen is een factor voor het ontstaan van astma-aanvallen bij patiënten die aan astma lijden. Strachan en Carey wezen erop dat kussens met synthetische vullingen vluchtige, organische verbindingen kunnen vrijmaken, die de reactie van de luchtwegen op geïnhaleerde allergenen kunnen beïnvloeden. Hoewel dat waar zou kunnen zijn, hebben zij eventueel aangenomen dat de allergeenbelasting in verenvullingen net zo groot of groter is dan in synthetische vullingen. Onze resultaten en het feit dat de verschillen groot genoeg zijn om in zo kleine test te worden ontdekt, doen vermoeden dat deze veronderstelling niet van toepassing is. Verdere onderzoeken voor de bevestiging van onze resultaten zijn noodzakelijk. Dan moet worden vastgesteld of kussens met synthetische vullingen allergenen voornamelijk afweren of een grotere mijtenbesmetting ondersteunen.

BMJ [British Medical Journal] Vol. 313 12. Oktober 1996